Volavondstuk “Grote oorlog, Kleine Oorlog

geplaatst in: Foto's, Voorstellingen | 0

flyer grote oorlog, kleine oorlog-01

Onze nieuwe volavond voorstelling die zal doorgaan op 21, 22, 28 & 29 november, 5, 6, december telkens om 20.00uur.

Een verhaal dat los gebaseerd is op enkele werken van Ernest Claes. Het hoofdgerecht komt uit “De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop”, gelardeerd met flarden uit “Een held” ook wel beter bekend als “Saelens”, één van de verhalen uit “Oorlogsnovellen”, alsook  uit “De Moeder en de drie soldaten”. Dit wordt hier en daar bijgekruid met een snuifje “Van een schamel moederke” en een druppeltje “Pater Cellier”. Als garnituur worden er enkele, min of meer historische, anekdotes in verwerkt.

 Maar toch is het een nieuw verhaal geworden. Omdat het stuk in Zoersel gecreëerd wordt zijn de lokaties aangepast. Twee of meer karakters uit de oorspronkelijke boeken zijn gereduceerd tot één personage op het podium, zodat ook de decors konden beperkt worden. Enkele namen en personages zijn, om verteltechnische redenen, verandert. Alle personages, gebeurtenissen, plaatsen en entiteiten (zelfs God) zijn fictief en elke overeenkomst met bestaande personen, gebeurtenissen of plaatsen berust op louter toeval. Alleen Ernest Claes krijgt een stevige cameo in zijn eigen verhalen.

 Het eindresultaat wordt een vrij klassieke vertegenwoordiger van z’n genre: Een stevige brok Volkstoneel: humor als het kan, ernst als het moet.

 Naar inhoud toe wil ik graag een tekst citeren van L. Jacmain, oorlogsvrijwilliger en regimentsgeschiedschrijver van het regiment karabiniers Cyclisten:

 “ In het marionnettenspel van de oorlog zijn er acteurs en figuranten. Meer figuranten dan acteurs. Die welke de oorlog voeren en die welke hem niet voeren, die welke in de vuurlijn gaan en die welke ze welbewust schuwen. Er zijn strijders en niet-strijders. Deze laatsten, de talrijksten, maken de massa uit van de gemobiliseerden achter het front en de “embusqués” op het front. … Ze hebben vanzelfsprekend nooit een strijder zien sterven en zij weten niet hoe afschuwelijk zulke dood is, vermits zij ook nooit de doodsreutel en het menselijk gehuil die er

mee gepaard gaan noch het gebulk van het dier dat wordt afgemaakt, gehoord hebben. Ah ja voor  hen was deze oorlog fris en vrolijk! Ze zouden zich moeten koest houden, deze dieven van de roem, en in de schaduw blijven. In de schaduw van degenen die geleden hebben en wier vermaardheid, in plaats van hun geestdrift en hun bewondering te prikkelen, in hen enkel de verachtelijke wens heeft doen ontstaan zich deze vermaardheid wederrechtelijk toe te eigenen.”

JACMAIN (L.), De Zwarte Duivels. Geschiedenis van de Karabiniers Cyclisten, 1953, Brussel, 1953

 “De Grote Oorlog” speelde zich af in de modder en de miserie aan het front. De kleine oorlog woede bij de mensen, in de dorpen en steden. In de hoofden van de mensen. Bij ouders, vrouwen, kinderen die achterbleven, zonder nieuws. Bij mensen die dachten zich alles te kunnen permiteren en bij mensen die zich niets konden permiteren. Bij…

 “ Claes, wie heeft den oorlog nu gewonnen?”

“ Niemand, bij nen oorlog verliest iedereen.”

Foto’s repetities